Bijziendheid kan zich op latere leeftijd weer verbeteren

Bijziendheid kan zich op latere leeftijd weer verbeteren

Met het ouder worden nemen de zintuigen af. Maar dit hoeft niet altijd een nadeel te zijn, want vaak kan het gezichtsvermogen daardoor weer verbeteren. De toenemende verziendheid compenseert dan een bestaande bijziendheid. De laatste jaren neemt het aantal bijziende jonge mensen snel toe. Bijziendheid komt steeds vaker voor.

Volgens recente statistieken neemt bijziendheid onder jongere mensen explosief toe. Meestal worden snel computers en smartphones als schuldigen aangewezen, maar dat is slechts de halve waarheid.

Amerikaanse studies hebben aangetoond dat kinderen en jongeren die de meeste tijd binnenshuis doorbrengen, veel vaker bijziend zijn dan leeftijdsgenoten die buiten spelen en aan natuurlijk licht worden blootgesteld.

Kinderen zouden daarom minstens twee uur per dag buiten moeten zijn om te profiteren van het natuurlijke licht en bijziendheid te voorkomen. Ook volwassenen die tot nu toe niet bijziend zijn, moeten kiezen voor natuurlijk licht en lange schermpauzes.

Je kunt ook online een oogtest doen. Als dit een mogelijke oogafwijking aangeeft, moet een oogarts worden geraadpleegd om de exacte oogafwijking vast te stellen en een recept voor een bril uit te schrijven.

Verziendheid neemt toe met de leeftijd

Op oudere leeftijd zijn de ogen over het algemeen vatbaarder voor oogziekten zoals staar. Het meest voorkomend is echter de zogenaamde ouderdomsverziendheid (presbyopie). Omdat de lenzen met de leeftijd stijver worden, kunnen ze zich niet meer zo goed instellen op nabije beelden (en woorden).

Experts spreken van een verslechtering van het accommodatievermogen. De tekst in de krant lijkt dan te vervagen. Vanaf de leeftijd van 60 jaar is statistisch gezien meer dan 90 procent van de Nederlanders getroffen door een gezichtsstoornis en heeft een bril nodig.

Wanneer bijziendheid en verziendheid samenkomen

Echter, de toenemende ouderdomsverziendheid kan een voordeel hebben: in sommige gevallen compenseert het de eerdere bijziendheid. Hoe dit precies werkt, is echter medisch nog niet opgehelderd.

Volgens vooraanstaande oogartsen is directe compensatie onmogelijk, omdat het accommodatievermogen van de lens niets te maken heeft met de oorzaken van bijziendheid (verlengde oogbol).

Mogelijk is er een verband tussen de langere brekingsafstand van de lens en de lengte van de oogbol. Alleen in zeldzame gevallen kunnen mensen die eerder bijziend waren hun bril helemaal wegleggen. In de meeste gevallen adviseren oogartsen een multifocale bril die zich altijd aanpast aan de huidige omstandigheden. Het maakt dan enerzijds scherp zicht in de verte mogelijk en anderzijds moeiteloos lezen van de krant.

Lees ook eens: